Part XI: Whitsundays, Fraser Island en Byron Bay - Reisverslag uit Byron Bay, Australië van Guido Mallegrom - WaarBenJij.nu Part XI: Whitsundays, Fraser Island en Byron Bay - Reisverslag uit Byron Bay, Australië van Guido Mallegrom - WaarBenJij.nu

Part XI: Whitsundays, Fraser Island en Byron Bay

Door: Guido

Blijf op de hoogte en volg Guido

08 September 2017 | Australië, Byron Bay

Er zijn een paar dingen die je in Australië gewoon gedaan en gezien moet hebben. Whitsundays, Fraser Island en Byron Bay staan allemaal op dat lijstje. Vanuit Cairns ging ik eerst een paar dagen werken op Siska. Deze rode schoonheid heeft in de jaren ’80 verschillende prijzen in de wacht gesleept met haar zeilkunsten en is in recentere jaren omgebouwd tot een zeilschip voor pleziervaart. Een paar dagen zeilen op de Whitsundays. That’s just amaazing!
Onder leiding van skipper Dave zetten we koers naar Blue Pearl Bay bij Cooks Island. Hier hebben we op verschillende plaatsen gesnorkeld. Supergaaf, maar wat zag dat koraal er uit..! Volgens Captain Dave was dat het gevolg van de laatste cycloon die flink wat schade had aangericht. Maar ik had er zo mijn twijfels bij toen ik al die snorkelende toeristen in het water zag (en waarvan de helft nauwelijks kan zwemmen). Toch weer veel mooie visjes gezien. Op een gegeven moment zwom ik in een school met ‘snappers’ en werd van alle kanten nieuwsgierig bekeken. Even later zag ik een pijlstaartrog op de bodem, nauwelijks zichtbaar door zijn schutskleur.
Tegen het einde van de middag zagen we in de verte een spray de lucht in schieten en dat kon maar een ding betekenen: walvissen! Iedereen rende naar de voorsteven en in het licht van de ondergaande zon zagen we de walvissen spelen in de verte. Prachtig!
We gingen deze nacht voor anker in de Cooks Passage. Opnieuw vernoemd naar Captain James Cook die de eilandengroep heeft ‘ontdekt’. Er woonden wel mensen, Aboriginals, maar die werden nog minder geacht dan de beesten. Dus toen meneer Cook voet aan land zetten ze maar vast de slachting ingezet toen ze dachten dat de bewoners dreigend overkwamen. Het duurde dan ook niet lang of er woonde geen levende Aboriginal meer op de eilandengroep. De naam Whitsundays dankt het aan Witte zondag, naar ik meen de 7e zondag na Pinksteren. Het was die dag toen de Engelsen hier langs voeren en hebben het die naam gegeven. De echte boodschap van Pinksteren hadden ze helaas iets minder goed begrepen…
Hoe dan ook, het gedeelte tussen twee Noordelijke eilanden in heet dus Cooks Passage, en daar is het water wat rustiger. Een prima plek dus om voor anker te gaan. Van de zilte zeelucht en al het schouwspel der ogen krijg je honger dus het was tijd voor een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Spaghetti a la Anaka, gemaakt door onze Maori Anaka. In de avond was het tijd voor mijn favoriete onderdeel. Stargazing onder de heldere hemel onder leiding van Dave. Alles wat deze man zei was grappig en zo was het sterrenkijken ook weer uitermate hilarisch. Hij vertelde dat als hij de sterrenbeelden niet wist te benoemen hij gewoon zelf wat verzon. Met zijn laserpointer wees hij de verschillende sterren en ‘constellations’ aan. Toen zei hij: “en als er geen sterren zijn, maak ik gewoon mijn eigen sterretjes”. Hij draaide aan de laserpen en er verschenen honderden draaiende lichtpuntjes op het dek en mast haha. Iedereen lag weer in den deuk om onze komische Dave.
Zoals het hoort op een zeilschip sliepen we in kooien. Niet heel erg ruim en rechtop zitten in bed was geen optie. Desalniettemin een heerlijk nachtje gehad. Misschien wel door de zachte deining van Siska die me al snel in slaap wiegde. Om 5.00uur verliet ik mijn nauwe slaapplek om iets moois te zien: Venus als blinkende morgenster en natuurlijk de zonsopkomst. Een goede start van de dag is het halve werk en het beloofde een stralende dag te worden.
Nadat iedereen was wakker geworden en we hadden ontbeten hesen we de zeilen en zetten koers naar onze hoofdbestemming: Whitehaven Beach. Met een klein rubberbootje werd iedereen aan land gebracht en wandelden naar het strand aan de andere kant. En wat je dan ziet overtreft je stoutste dromen. Oogverblindend wit zand en een Turkoois blauwgroene zee. Paradijselijk prachtig. Ik stiefelde wat rond langs het strand en raakte in gesprek met een jonge vent die daar net als ik alleen liep. Hij bleek Nederlandse ouders te hebben, was geboren in Dirksland en op zijn vierde naar Australië geëmigreerd. Zijn moeder had nauwe contacten in de wereld van psychologen en kende nog wel Nederlandse psychologen. Voor ik het wist hadden we gegevens uitgewisseld en wie weet waar het op uitdraait^^!
Na dit enerverende gesprek flaneerde ik nog wat verder. In het water zag je regelmatig de schimmen van de vele ‘stingrays’, pijlstaartroggen. Voor je eigen veiligheid kon je een stingsuit aantrekken. Maar mijn theorie is: zolang je zo’n beest niet in het nauw brengt en je dus geen gevaar voor ze vormt doen ze je niks. En dat klopte aardig: er zwom er op een gegeven moment eentje van anderhalve meter nog geen meter bij me vandaan! Ik kwam later mensen uit de groep tegen die nog geen een stingray hadden gezien omdat ze het water niet in waren geweest.
Toen we uitgekeken en gespeeld waren verzamelden we ons om terug naar Siska te keren. De zeilen werden weer gehesen, we genoten een kostelijke lunch en met het zonnetje op onze taas voeren we terug naar Airlie Beach. We waren nog geen 15 minuten onderweg of op nog geen 100 meter rechts van het schip verschenen weer walvissen aan het oppervlakte. Een moeder met haar kalf. Dave deelde ons droog mee dat “the calf is sucking on her teat”. Het is zo’n bizar gezicht om die grote zwarte ronding van de walvisrug keer op keer boven water te zien komen. Een echte dikke unit! Een half uur later herhaalde zich een soortgelijk schouwspel en deze keer zagen we een moeder met haar kalf spelen. Op een gegeven moment kwam haar staart boven water uit. Wauw! Zo breed…ik denk dat ik niet overdrijf als die staart alleen al een meter of 6 breed was. En dat kleintje petste speels met zijn staart op het water. Ik heb me laten vertellen dat ze met gemak een lengte van 25 meter kunnen hebben. Can you imagine?! Daar past dus een vrachtwagen in!
Na een veilige aankomst in de haven dronken we met elkaar nog een pilske en namen afscheid. Ik nam de volgende morgen de bus naar mijn volgende bestemming: Bowen. Hier zou ik het weekend doorbrengen bij mijn Nederlandse vriend Jimmy die momenteel hier werkte. Hij zat bij mensen uit de kerk in huis en ik zou het weekend ook daar doorbrengen. Het was tof om Jimmy na ruim 4 maanden weer te zien! We hadden elkaar in elk geval weer genoeg te vertellen! Zondags gingen we samen naar de kerk en in de middag hebben we geoefend met boogschieten onder leiding van Josh. Josh doet dit al jaren en heeft zelfs een boog waar hij mee jaagt op loslopende runderen. Dat ding is zo gevaarlijk goed dat je er met gemak dwars door een schutting of koeienschedel heen schiet. De pees zit over katrollen die de kracht vergroten, maar ik kreeg de boog daardoor niet eens gespannen haha! Hij had echter ook een eenvoudiger model en daar kon ik gelukkig wel mee uit de voeten.
Alles wat leuk is vliegt voorbij en zo ook dit weekend. Ik nam opnieuw afscheid van Jimmy en pakte de bus naar mijn volgende bestemming: Hervey Bay. Vanaf daar zou ik de ferry pakken naar Fraser Island. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld en bevat volgens onze gids Mike meer zand dan de Sahara (dat moet ik nog even nazoeken, want ik betwijfel het lichtelijk). Met drie dikke 4-wheel-drives reden we naar de Ferry. Ik mocht als eerste achter het stuur omdat ik als een van de weinigen al voldoende rijervaring in Australië had. Dat vond ik niet erg, kun je begrijpen;) Toen ik aan boord een bakje koffie bestelde kreeg ik in het Nederlands antwoord. Bleek het ook een Nederlandse, maar ze woonde al 25 jaar in Australië.
Aangekomen op Fraser Island begon het avontuur. Rijden op zand, mul zand, is hele andere koek. Maar via de walkietalkie stelde Big Mike ons gerust: “you guys are professionals!”. We reden als eerste naar ons kampement en ondertussen maakten we in de auto kennis met elkaar. Er bleken ook twee Nederlandse meiden in de auto te zitten: Marlon en Kim. We dropten onze spullen en reden als eerste naar Central Station waar we het regenwoud gingen verkennen. Het bijzondere aan Fraser Island is dat er dus op zand een immens regenwoud groeit, dat wordt gerekend tot een van de oudste ter wereld. Hoe bijzonder: een regenwoud op zandgrond. We maakten een tocht door het bos, waarbij we al heel snel een enorme hagedis zagen. Onze Mike zat vol komische verhalen die hij uiterst droog ten gehore bracht. Zo wist hij ook hier van alles te vertellen over de flora en fauna. Soms wist je niet of het nu waarheid of fictie was. Hierna reden we naar Lake Wabby en de grote zandverstuiving die daar is, een immense vlakte van zand grenzend aan de oceaan met aan de andere zijde een prachtig rustiek meertje. We werden gewaarschuwd vooral niet van het duin naar beneden te rennen omdat er mensen waren geweest die hierbij hun nek hadden gebroken. Dus iets rustiger gingen we te water en namen een heerlijk verkoelende duik. Na dit alles hadden we ondertussen reuze trek en terug in ons kamp slingerden we de BBQ aan en was het tijd voor hamburgers en salade. Daarna was het tijd voor een wijntje. Voor de gelegenheid had ik maar een pak Goon gekocht, Australische goedkope wijn in een groot pak, maar verrassend goed te nassen. En gezien we op een 3mm dik matje lagen was het geen overbodige luxe om een klein beetje alcohol in je bloed te hebben XD. Ik sliep natuurlijk weer als een roosje, want daar is niet veel voor nodig.
Na wat schone dromen begon dag 2 gelijk al fantastisch. Tijdens het ontbijt liep er een Dingo over de duin bij ons kamp. Vast op zijn routineuze rondje kwam hij ook even bij ons gluren. Helaas te laat om de camera te pakken, maar een goed begin was alvast gemaakt! Na het ontbijt reden we richting Eli Creek. Een kreek met kraakhelder water. Er werd nog gewaarschuwd dat het minderdiep lijkt dan het is, maar dat las ik pas toen ik in de kreek stond met het water zo’n beetje tot mijn middel haha, sukkel…Ach, het is maar water, en nog mooi ook. Dus zonder blikken of blozen volgde ik de rest wadend door de kreek richting onze 4WD’s. Hierna wachtte ons een verrassing. We kwamen langs een plek waar je een commerciële vlucht over Fraser kon maken in een vliegtuigje. Er zijn maar twee plekken ter wereld waar dat gebeurd: hier en ergens in Schotland. Omdat we korting kregen kon ik de verleiding niet weerstaan (het was goed betaalbaar!). Samen met mijn Nederlandse vriendinnetjes, de Engelse Jordan en nog twee Duitse meiden stapten we in. En dat was zo gaaf! Koptelefoon op, het gebrul van het propellervliegtuigje, de uitgestrekte oceaan en het prachtige Fraser onder je. We deden verschillende locaties aan die je dus niet kunt bezoeken met een 4WD of anders. Onder andere Lake Butterfly, wat heel verrassend de vorm van een vlinder heeft en een meertje wat klein lijkt, maar bekend staat omdat het ontiegelijk diep is. Na 15 minuutjes landen we weer op het strand, veilig en wel. De tocht ging voort naar The Pinnacles: gekleurde zandsculpturen, onder invloed van de elementen gevormd, Indian Head, Maheno Shipwreck (een oud aangespoeld schipwrak wat op het strand ligt weg te teren) en de Champaigne Pools. Hier heb ik nog een verfrissende duik genomen in het heerlijk heldere zeewater.
Op dag 3 maakten we weer een flinke tocht over de zandpaadjes van het eiland richting Lake McKenzie. Dit is voor de meeste mensen al een reden om naar Fraser Island te komen. Het water is hier zo helder (en goed drinkbaar) dat het blauw je tegemoet straalt. Omringt door prachtig witte stranden is het inderdaad een juweel om te zien. Volgens Big Mike was de dichtheid van het water zelfs zo door oa mineralen dat het geen opwaartse stuwing geeft, maar een neerwaartse. Dus het tegenover gestelde van de Dode zee, aldus Mike. Tja, ik heb het maar niet uitgeprobeerd om onder te duiken, maar dit was geloof ik wel een van Mike’s fantasieverhalen. Na Lake McKenzie was het alweer tijd om terug te keren en reden we naar Kingfisher Bay. Tijdens de lunch zag ik hier in elk geval 1 van de vogeltjes waar de baai zijn naam aan dankt. Op de ferry zagen we tot slot nog een schildpad in het water, dus mijn dag kon niet meer stuk. Ohja, wat ik vergeet te vertellen is dat onze weg twee keer geblokkeerd werd door een boom. De eerste was een kleintje en die hebben we zelf van de weg kunnen verwijderen door een lier aan de jeep vast te maken en achteruit te rijden. Maar die tweede was zo groot dat je dat nog niet met een shovel zou lukken. Ik denk minimaal twee meter in doorsnede en zeker een metertje of 50 lang. Dat ligt dan dwars over je pad. De sporen van vernieling vertelden het verhaal van zijn val. En zijn val was groot. We konden het niet laten om het gevaarte te beklimmen en de fotootjes vertellen de rest.
Toen was het opnieuw tijd voor afscheid: ik ging door naar Byron Bay. De place to be als het gaat om surfen. En dat deed ik: ik nam les bij Gas, naar eigen zeggen de beste surfinstructor van Byron. Hij had inderdaad skills en ook iedereen kende hem, dus ik geloof het maar voor een keer. Dankzij hem duurde het dan ook niet lang of ik kon me staande houden op de surfplank. Een van zijn uitspraken was: “Rock & Roll Baby”, wanneer je op je surfplank stond en je in balans moest houden. En dat was het! Het verbaaste hem dat ik niet eerder had gesurfd: “Als er ergens sneeuw ligt ga je skieen, en daar waar je kunt surfen ga je surfen!” Dus ik zei “I am sorry”, waarop hij antwoordde: “No I am sorry for you!”. En hij had gelijk. Ik had niet gedacht dat ik het zo leuk zou vinden! Zeker als het nog aardig wil lukken ook Nouja, gelukkig vertoef ik nog wel even in Byron, dus ik kan mijn hart ophalen! Momenteel zit ik in een gezellig hostel, dus ik ga weer even gezellig doen ;)
Zonnige groet uit Byron!
PS: sorry mensen, ik probeer nog beknopt te zijn, maar ik zie dat het alweer 4 pagina’s is :p

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Guido

Hoi, Welkom op mijn reispagina. Hier houd ik bij waar ik zit en kun je lezen wat er zoal beleefd wordt;) Groetjes en veel leesplezier, Guido

Actief sinds 30 Dec. 2016
Verslag gelezen: 1337
Totaal aantal bezoekers 11623

Voorgaande reizen:

17 Januari 2017 - 20 Januari 2018

Australia adventure

30 December 2016 - 31 December 2016

Mijn eerste reis

Landen bezocht: